Toldijk

in het verleden

Geschiedenis

van Toldijk

Historie

Op de doorgaande weg van Zutphen naar Emmerik werd al in 1380 namens de Landsheer tol geheven. De Toldijk was oorspronkelijk een ca. 500 m lange dijkweg in het beekdal tussen de Kleine Beek en de Hummelose (grote) Beek. Later stonden ook aansluitende wegdelen onder die naam bekend. Tenslotte werd de buurtschap die zich er ontwikkelde zo genoemd. De tol (weggeld) werd aanvankelijk bij boerderij het Lamslag geheven om daarmee de dijkweg en de belendende bruggen te onderhouden. In de Hertogelijke rekeningen van 1481/1482 vinden we dit bevestigd door een uitgaaf van fl 8,- voor een reparatie van de tolbrugge in den Toldijck, want dat van noiden was, soe dat men dair nijet aver varen noch rijden en mocht.

Het weggeld was aan de magere kant. Tot 1450 was de pacht onder de tien gulden per jaar. Inwoners van Steenderen hadden vrije doortocht (vrijdom). De tol werd verpacht, maar er werd op een gegeven moment zo weinig gebruik van gemaakt, dat men er tussen 1580 en 1598 zelfs geen pachters voor kon vinden. In die tijd woonden er nog maar een 3-tal “huislieden” en in 1597 zelfs niemand meer in die contreien. Tot overmaat van ramp moest in 1598 de tolbrug worden afgebroken om de Spanjaarden de doortocht naar Zutphen te beletten.

Vanaf 1601, en mogelijk ook al eerder, werd ongeveer 1 km ten noorden van de Zonnebrug, “daar waar de Toldijk de hoge weg van de Reigersvoort naar Steenderen kruiste” zowel getapt als tol geheven. Sinds 1639 stond dit huis bekend als het Bremershuis of de Bremer.
Pas na 1850 is er rond de Bremer heel langzaam wat meer bebouwing ontstaan.

Toldijk is dus een “jong” dorp. De buurtschap Toldijk lag zuidelijker, en is al heel oud.

Uit: Reizen is Tol betalen, J.W. van Petersen